In 's-Hertogenbosch hoef je niet lang te zoeken naar aanzienlijke huizen. Je hoeft er de historische binnenstad maar in te lopen. Zoveel minder ligt het voor de hand om voor deze rubriek naar het Woonwagenkamp aan de Vlijmenseweg te gaan. Toch ìs het verre van onaanzlenlijk wat daar in de loop der jaren aan bouwsels is verrezen. De oude vertrouwde woonwagens van weleer zijn geëvolueerd tot complete bungalows. Ook daar blijkt het de moeite waard een kijkje te nemen. Annie van Reken, voorvechtster van het grote woonwagenkamp van 's-Hertogenbosch, schetst de ontwikkeling naar het hedendaagse wooncomfort dat langs de Vlijmenseweg gestalte kreeg. 'Het is eigenlijk begonnen toen ons door de concentratie van woonwagenbewoners in grote regionale woonwagenkampen onze trekvrijheid werd ontnomen. Gedwongen tot een vaste standplaats was het eigenlijk logisch dat de woonwagenbewoner tot min of meer permanente voorzieningen overging. Aan de voorzijde werden een paar tochtwandjes gebouwd, een stuk zeil er overheen, eigenlijk een soort voortent zoals die voor de gemiddelde toercaravan een vanzelfsprekendheid is geworden. Dat is het begin van het uitbouwen van de woonwagen geweest. Een stukje meer comfort, dat wilden wij ook.' 'Maar we spreken altijd nog van woonwagen, ook al lijken het complete bungalows. Want hij staat altijd nog op wielen. Hij kan verplaatst worden. Het lijken wel huizen, maar ze zijn kt niet. Voor ons gevoel niet.' | 110 |
Dat beklemtonen ook Popke Brummer (61) en zijn vrouw Stienie in wier wagen wij door Annie van Reken zijn geïntroduceerd. Een dochter des huizes vult nog aan: 'Het is allemaal van hout. Geen steen. Het lijkt wel zo aan de buitenkant, maar dat zijn steenstrips. Uitgevoerd in plastic, maar het ziet er uit als uit steen opgetrokken.' Voorzien van dakpannen ogen de 'wagens' van nu als een luxe bungalow, een enkele zelfs met verdieping en balkon. Aardige smeedijzeren kappen sieren de schoorstenen. Andere 'bungalows' hebben een galerij. Voorzien van woonkamers die qua oppervlakte kunnen wedijveren met de betere woningen in de burgermaatschappij. Met een lijvig leren bankstel als dat van de familie Brummer kun je daar gemakkelijk uit de voeten. Maar ook staan er nog exemplaren waarin de stacaravan zich nog laat herkennen, die tussenfase in de ontwikkeling van de klassieke woonwagen naar het bungalowtype van nu.Meissner-porseleinOok de interieurs zijn veranderd, 'maar de mooie dingen zijn gebleven', introduceert Annie van Reken verder. En ze bevestigt het beeld dat de buitenwereld had van het interieur van een woonwagen: 'Je ziet overal nog van die mooie dingen van porselein. Daar struinden ze alles voor af.' De 'wagen' van Popke ('een Friese naam') en Stienie Brummer mag wat dat betreft exemplarisch heten voor het interieur bij de (oudere) woonwagenbewoners. In een mooie old finish vitrinekast - 'een erfstuk van mijn schoonvader' laat Stienie Brummer trots weten - en op het dito dressoir staan porseleinen beeldjes en andere porseleinen voorwerpen. Onder andere een stel fraaie kruiken, rijk geornamenteerd. Boven het dressoir schemerlampjes met een rugstuk ook van porselein, met ingezet spiegeltje. 'Meissner', weten kenners. 'Erg geliefd onder de woonwagenbewoners.' | 111 |
'Onder de oudere woonwagenbewoners', preciseert de dochter. 'Niet bij ons. Ik wil het nog niet hebben, ook al krijg ik het voor niks.' De jeugd wil andere dingen. 'Moderne wandversiering. En moderne materialen: glas, nikkel. Heel verschillend allemaal, maar modern. Strak! Geen bloemetjes of frutseltjes.' Stienie Brummer heeft er geen moeite mee. 'De jeugd is heel anders, gelukkig. De jeugd moet ook anders zijn, anders is er geen vooruitgang.' De huidige wagen van Popke Brummer is een jaar of vijf oud. Stienie Brummer: 'Eerder hadden we een kleinere. Aangezien alles groter wordt, de kinderen ook groter werden, hebben we een grotere 'woning' neergezet'. Veertien meter lang en 7½ meter breed omvat het wooncomfort van de familie Brummer een grote woonkamer met donkerhouten inbouwkeuken, twee slaapkamers en een moderne badkamer. De huiskamer is van een klassieke snit, opvallend glimmend. 'Glimmend is niet eigen aan de woonwagenbewoners, het is gewoon onze smaak. Hoewel ..., je ziet toch wel veel glimmend hout bij ons, want bij de woonwagenbewoner moet alles blinkend schoon zijn.' De bezoeker wordt dan ook geacht z'n schoenen buiten te laten staan. 'Anders komt u er niet in.' Je jack over de rugleuning van de stoel is evenmin toegestaan, want met die ritssluiting is schade aan het meubilair zo gemaakt. Zeer gesteld op haar privacy wil de familie Brummer onder geen beding weten van een foto van het interieur van hun wagen. 'Is ook nergens voor nodig. Dit is een normaal ingericht huis met een hal, woonkamer, keuken, badkamer en slaapkamers.' ArcheologieEen jaar of 35, 36 wonen Popke en Stienie Brummer in Den Bosch. 'Vroeger hebben we nog getrokken, maar dan kwamen we altijd naar hier terug', verklaart Popke Brummer z'n keuze voor 's-Hertogenbosch. Als de meeste woonwagenbewoners zit hij al z'n leven in de handel, 'maar nu vanuit een vaste standplaats, Den Bosch'. Met de andere woonwagenbewoners heeft hij ook gemeen dat hij zomers met z'n toercaravan altijd nog trekt. Ook voor hem is familiebezoek doorgaans het reisdoel.Bij wijze van liefhebberij doet Popke Brummer ook aan archeologie. Hij is met name geïnteresseerd in de steentijd. Dat hij lid is van de APAN (Actieve Praktijk Archeologie Nederland) is voor hem even vanzelfsprekend als zijn lidmaatschap van de heemkundekring 'Onsenoort' in Vlijmen. Popke Brummer mag zich een contente mens noemen. Hij woont zeer naar z'n zin op het Bossche woonwagenkamp. Maar om misverstand te voorkomen: 'Wij zijn niet gelijk met de gewone burgermaatschappij. Wij zijn en blijven woonwagenbewoners.' Eerder had Annie van Reken het al gezegd: 'De woonwagen, daar kiezen wij voor. Waarom? Dat weet je alleen als je in een woonwagen geboren bent.' | 112 |